Installaties / Wettelijk kader

 

Het werken met of aan elektrotechnische installaties is niet zonder gevaar. 
In de meeste installaties schuilen risico’s die veelal “onzichtbaar” zijn maar 
snel kunnen leiden tot brand, productieverlies, letsel of … erger. 

De Arbo-wet verplicht de werkgever om beleid te voeren dat erop gericht is de veilige 
situatie te waarborgen. Zorg dat het veilig is. Zorg dat het veilig blijft. 

De Arbo-wet geeft geen praktische invulling wat een veilige installaties is en hoe het veilig werken moet worden uitgevoerd, maar verwijst naar een aantal normen op dat gebied. De aangewezen normen voor het veilig werken (o.a. NEN 3140) en het realiseren van een veilige installatie (o.a. NEN 1010) geven het “vermoeden van overeenstemming”. Vrij vertaald betekent dit dus, dat hantering van de norm NEN 3140 geen wettelijke verplichting is, maar in de Arbo-wet wel als middel vermeld wordt om aan de wetgeving te voldoen. 

Een middel om ervoor te zorgen dat uw installatie tijdens gebruik veilig blijft, is 
een periodieke inspectie. De werkgever is hier primair voor verantwoordelijk. In de 
praktijk wordt dit meestal gedelegeerd naar de installatieverantwoordelijke (zie ook 
onder de kop Installatieverantwoordelijke). 

De NEN 3140 stelt, dat de installatieverantwoordelijke moet bepalen:

=> Welke installatie of installatieonderdelen geïnspecteerd dienen te worden
=> Welke inspectietermijn gehanteerd moet worden aan de hand van een risicoanalyse
=> Of gebruik gemaakt kan worden van een steekproef, en zo ja hoe deze bepaald wordt
=> Welke metingen en beproevingen uitgevoerd moeten worden.

Al deze zaken moeten vastgelegd en gedocumenteerd worden. Dus niet alleen hoe een
 installatie geïnspecteerd wordt, maar ook waarom en in sommige gevallen waarom niet. Niet alleen de arbeidsinspectie maar ook in toenemende mate verzekeringsmaatschappijen en gemeenten kunnen hiernaar vragen. 

NEN 3140 
In de NEN 3140 zijn de veiligheidseisen vastgelegd voor het gebruik van elektrische 
installaties of het werken aan of in de nabijheid van elektrische installaties. 

NEN 1010 
De laagspanningsinstallaties moeten worden ontworpen en aangelegd conform 
de NEN 1010. De NEN 1010 is dan ook een echte productnorm. Als het “product” af is geldt 
de norm niet meer. Dit blijft zo totdat de installatie weer wordt gewijzigd. 
De norm NEN 1010 is een minimumeis waaraan u wettelijk dient te voldoen. 

Installatieverantwoordelijke 
De installatieverantwoordelijke is verantwoordelijk voor het veilig maken en houden 
van de elektrotechnische installatie en de bedrijfsvoering daarvan. 
De installatieverantwoordelijke moet schriftelijk door de werkgever worden 
aangewezen. Indien geen persoon beschikbaar  is die voldoende technisch onderlegd is 
(een specialisten- of middenkaderopleiding elektrotechniek), moet toch iemand worden aangewezen. Deze persoon kan bepaalde taken door externen laten verzorgen maar 
blijft verantwoordelijk. U kunt erop vertrouwen, dat onze technische staf 
ruimschoots gekwalificeerd is om u te adviseren en assisteren. 

Vakbekwaam persoon 
Een vakbekwaam persoon is door de installatieverantwoordelijke (schriftelijk) aangewezen 
om zelfstandig werkzaamheden te mogen uitvoeren aan elektrotechnische installaties. 
Denk hierbij aan service-, storings- en onderhoudsmonteurs.

MACHINE INSPECTIE NOORD BIEDT U HET TOTAALPAKKET!

 

REALISATIE: WEBSERVICE PESSE